Lamp ophangen in 9 stappen blog

Hieronder de korte uitleg, scrol verder naar beneden voor de uitgebreidere versie

Voordat je een lamp vervangt of met elektriciteit werkt, moet je eerst de stroom uitschakelen in de groepenkast. Zet de oude lamp aan en schakel vervolgens een voor een de groepen in de groepenkast uit totdat de lamp stopt met branden. Op deze manier weet je zeker dat je veilig kunt werken. Twijfel je? Draag rubberen handschoenen, want deze geleiden geen elektriciteit.
 

Nadat je de stroom hebt uitgeschakeld, kun je met een geschikte schroevendraaier de schroeven losdraaien waarmee de lampbehuizing vastzit. Houd een hand op het armatuur terwijl je de laatste schroeven verwijdert om te voorkomen dat het valt.

Tip! Overweeg een foto van de draadverbindingen te maken voordat je de lamp verwijdert. Dit kan je helpen bij het ophangen van de nieuwe lamp

Noteer en markeer de draadverbindingen Het armatuur moet worden aangesloten op drie draden: de aardedraad (groen en geel), de nuldraad (blauw) en de fasedraad (bruin).

Als je andere kleuren draden hebt, raadpleeg dan onze blog over de verschillende draadkleuren.

Tip! Als je huis vóór ongeveer 1970 is gebouwd, heb je mogelijk geen aardedraad.
Als de plafondkap van metaal is en de oude armatuur een blote draad heeft die is aangesloten op een schroef in de doos, dan is dat de aarding.

Maak eerst de stroomdraden los en daarna de neutrale draden. Maak als laatste de aardedraden los..

Zodra de oude armatuur vrij is, leg je deze opzij. Verwijder eventuele oude monteermaterialen of bevestigingen.

Gebruik een draadstripper of een combinatietang om, indien nodig, ongeveer 1 cm isolatie van de draad te verwijderen en de draad bloot te leggen.

Til de nieuwe hanglamp op zijn plaats en meet de hoogte. Als het resultaat te laag of te hoog is, laat dan de stelschroef in het deksel los en stel het snoer in op de gewenste lengte.
 

Kijk naar de draden op het armatuur. Verwijder indien nodig de isolatie van de draden en laat op elk ongeveer 1/2 inch blanke draad over.

Til de lamp weer op. Gebruik indien mogelijk een helper om de lamp vast te houden terwijl u de draden bevestigt. Sluit eerst de aarde aan, dan de nulleider en dan de hete draad. Draai de blote draden samen en zet elke set vast met draadmoeren aan de uiteinden.

Tip! Als je geen helper hebt en je lichtarmatuur zwaar of omvangrijk is, gebruik dan een stuk kleerhangerdraad,

gebogen in een "S"-vorm en vastgehaakt aan de montagebeugel, om het armatuur te ondersteunen terwijl je de draden aansluit.

Zodra alle draden stevig zijn aangesloten, bevestigt u het deksel op de aansluitdoos met de meegeleverde schroeven. Stop de draden voorzichtig in de doos, houd ze netjes en zorg ervoor dat er geen draden bekneld raken of uit het deksel steken.

Bevestig de kap, indien van toepassing, en gebruik een gloeilamp met het juiste wattage voor dat armatuur. Schakel de stroom weer in en controleer of het licht werkt.